Wat is LHBTI+?

Hoe weet je wat je bent?

De meeste jongeren ontdekken in de puberteit op wie ze vallen. Sommige kinderen weten het al sinds ze heel jong zijn en anderen komen er pas veel later achter en sommigen worden nooit verliefd. Het kan dus heel goed dat je het nu nog niet zo goed weet.

Hoe je erachter komt is bijvoorbeeld dat je merkt dat je meer fantaseert over jongens. Of verliefd wordt op meiden. Of dat je de ene keer kriebels in je buik voelt van een jongen en de andere keer van een meisje.

Als je deze gevoelens hebt, kun je er met je ouders of opvoeders over praten, of met iemand anders die je vertrouwt. Ook helpt het soms om de ervaringen van jongeren te lezen of te zien (in bijvoorbeeld series). Misschien herken je dan wel je eigen gevoelens.

Als meisje kun je verliefd worden op jongens (= heteroseksueel), op meisjes (= lesbisch) of op allebei (= biseksueel). Als jongen kun je verliefd worden op meisjes (= heteroseksueel), op jongens (= homoseksueel) of op allebei (= biseksueel). Het kan ook zijn dat je op iedereen verliefd kan worden (= panseksueel) of dat je je helemaal niet aangetrokken voelt tot iemand (= aseksueel).

Wat is ‘normaal’?

Hoe je je ook voelt en op wie je verliefd wordt: jij bent wie je bent en dat is helemaal oké. Ieder mens is anders en uniek. Niemand is ‘normaal’, al lijkt dat misschien soms zo. Je kunt ook helemaal niet zelf kiezen op wie je verliefd wordt of hoe je van binnen voelt. Dat hoort bij jou en jij bent goed zoals je bent.

Helaas kunnen sommige mensen raar of stom reageren als je zegt of laat zien dat je homo, lesbisch, bi of een transgender persoon bent. Het kan daarom ook spannend zijn om het te vertellen. Vertel het als je er zelf klaar voor bent. Bedenk van tevoren wat je wilt zeggen. Je kunt het ook eerst aan je ouders of beste vriend(in) vertellen.

Als je het lastig vindt, dan zijn er ook mensen die je kunnen helpen. Bijvoorbeeld de vertrouwenspersoon op school of iemand van de Kindertelefoon. Deze mensen zullen wat jij vertelt nooit doorvertellen zonder dat dat van jou mag.

Wil je meer weten, kijk dan naar de aflevering van Dokter Corrie over homoseksualiteit.

Transgender

Je kunt ook een transgender persoon zijn. Je genderidentiteit (hoe je jezelf voelt: man, vrouw, allebei, ertussenin of geen van beide) heeft niets te maken met op wie je verliefd wordt, maar met hoe jij je van binnen voelt. Als je transgender gevoelens hebt, voel je je anders dan het geslacht waarmee je geboren bent. Je bent bijvoorbeeld geboren met een vulva en borsten maar je voelt je een jongen, of andersom. Het kan ook zo zijn dat je je geen jongen én geen meisje voelt, of juist van allebei een beetje. Dat is allemaal oké en je bent niet de enige. Hoe je je van binnen voelt klopt soms gewoon niet met hoe je lichaam er uitziet. Net als mensen die niet transgender zijn, kunnen transgender personen heteroseksueel, homoseksueel, biseksueel of panseksueel zijn.

Als je zelf deze gevoelens hebt, kan het zijn dat je je hierdoor soms somber, onbegrepen en alleen kunt voelen. Dit is heel begrijpelijk en kan heel lastig zijn. Daarom is het belangrijk om hier met mensen over te praten en begeleiding te zoeken. Weet dat je niet de enige bent met transgender gevoelens. Sommige jongeren met deze gevoelens willen graag in transitie gaan. Dit betekend dat ze bepaalde operaties willen ondergaan, geslachtsverandering of bijvoorbeeld hun borsten willen weghalen of bepaalde vrouwelijk hormonen gaan slikken. Maar dit is voor iedereen anders.

Mocht je hier  zelf vragen hebben dan kun je terecht bij Transvisie

Luister hier naar de podcast van Dokter Corrie waarin Mees een ervaring deelt over het krijgen van borsten.